Langdurige en specialistisch hulp nodig bij huiselijk geweld
Gezinnen waar partnergeweld en kindermishandeling spelen, hebben langdurige en specialistische hulp nodig. Pas als het geweld écht helemaal is gestopt, gaat het beter met ouders en kinderen. Dat blijkt uit meerjarig onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut deed bij 576 gezinnen in opdracht van Augeo Foundation, het ministerie van VWS en dertien Veilig Thuis regio’s.
Het onderzoeksrapport Kwestie van een lange adem: kan huiselijk geweld en kindermishandeling echt stoppen? wordt vandaag (12 november) gepubliceerd. Hieruit blijkt dat bij 30% van de gezinnen het geweld na anderhalf jaar na melding bij Veilig Thuis is gestopt. Bij ruim 50% is de thuissituatie na anderhalf jaar echter nog alles behalve veilig. Om deze gezinnen uit de vicieuze cirkel van geweld te halen, blijft maatwerk en een integrale aanpak nodig, concludeert het onderzoeksinstituut.
Veelvuldig en ernstig geweld
In de gezinnen die gemeld worden bij Veilig Thuis is sprake van veelvuldige en ernstige vormen van kindermishandeling. De meeste kinderen (91%) hebben te maken met mishandeling, verwaarlozing of geweld tussen hun ouders. Er is veel geweld (gemiddeld zo’n 74 incidenten op jaarbasis) tussen (ex)partners onderling. In bijna alle gezinnen (90%) komt partnergeweld voor: het kan gaan om fysiek geweld (slaan, schoppen, krabben, bijten, verwondingen), psychisch geweld (vernederen, uitschelden, dreigementen uiten) en seksueel geweld. Het geweld tegen vrouwen is frequenter en ernstiger dan het geweld tegen mannen. Partnergeweld gaat vaak samen met geweld tegen kinderen. Bij de meeste gezinnen was sprake van zowel partnergeweld als direct geweld tegen kinderen (57%).
Uit het onderzoek blijkt dat het bij afname van het geweld wel beter gaat met de gezinsleden, maar pas als het echt helemaal is gestopt, is het welzijn van ouders en kinderen toegenomen tot bijna het niveau van de algemene Nederlandse bevolking.
Opeenstapeling van problemen
Uit het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt ook dat geweld niet het enige probleem is. Het merendeel van de gezinnen heeft te maken met een opeenstapeling van problemen: armoede, werkloosheid, alcoholgebruik, opvoedstress, psychische stoornissen. Dit vraagt om een integrale aanpak, waarbij oog is voor de samenhang tussen de diverse vormen van kindermishandeling en huiselijk geweld, de aanwezige risicofactoren en de problematiek bij de verschillende gezinsleden. Een casusregievoerder per gezin is nodig om helderheid te verschaffen naar de leden van het gezin.
Hulpverlening voor kinderen én ouders
Ook is aandacht voor kinderen nodig. Huiselijk geweld kan grote gevolgen hebben voor kinderen: traumaklachten, hechtingsproblematiek en emotionele onveiligheid. Dit kan tot gevolg worden dat ze als ze volwassen zijn zelf slachtoffer of pleger van huiselijk geweld worden. Het Verwey-Jonker Instituut concludeert daarom in hun rapport dat het belangrijk is om het hele gezin te helpen: de ouders én de kinderen.
Meer lezen over het onderzoek?
Lees het nieuwsbericht op de website van het Verwey-Jonker Instituut. Hier kun je ook het onderzoeksrapport downloaden.