Dat kreng

“Het was altijd zo’n fijn jong, mijn zus was ook dol op dat kreng’ zegt Miep tijdens onze laatste afspraak. “We hebben hem te veel verwend.” Ze maakt zich zorgen of hij wel genoeg te eten krijgt en of hij wel iemand heeft om mee te praten.  

Dat kreng is Dirk, de zoon van Miep en de neef van Toos. De afgelopen maanden kwam hij vaak onverwacht langs bij zijn moeder van 88 jaar en tante van 84 jaar. Zij kookten dan voor hem en Dirk maakte het zich gemakkelijk op de bank. Maar Dirk dronk. Veel. Wanneer zijn moeder en tante aangaven dat hij weg moest gaan, begon hij te schelden en te schreeuwen. Pas als de politie kwam, ging hij weg. Om na een paar dagen weer terug te zijn. En dan begon alles weer opnieuw.

Samen met deze Amsterdamse zussen maak ik een plan hoe zij hun grenzen kunnen aangeven aan Dirk. Toos schrijft hem een brief waarin zij hem vraagt niet meer langs te komen. Wanneer hij belt, herhaalt ze dit mondeling. Het helpt. Miep vindt het moeilijk, het is toch haar zoon. Wanneer Dirk jarig is, stuurt ze hem een kaart. En daar is Dirk weer, schelden en schreeuwend.

En nu is het stil… Miep en Toos zijn heel duidelijk geweest naar Dirk. De omgeving is blij, maar Miep niet. Tranen druppen uit haar ogen. Ze is opgelucht want ze hoort niks meer van hem. En ze is verdrietig want ze hoort niks meer van hem.

We nemen afscheid. Stiekem vraag ik mij af of we na de verjaardag van Dirk weer een belletje van de zussen kunnen verwachten.

Anna, maatschappelijk werker bij Blijf Groep