Ondanks de bezwaren van iedereen stortte ik mij doof en blind in dit huwelijk.
Ik dacht: ‘Het hoort erbij, het is normaal om mishandeld te worden, het hoort nu eenmaal bij mijn keuze.’
Mijn ouders hadden mij gewaarschuwd niet voor hem te gaan, iedereen had mij gewaarschuwd. Het was mij niet overkomen, ik verdiende het.
Ik kon hen niet vertellen hoe mijn hart in mijn keel leek te schieten en mijn mond kurkdroog werd als hij thuis kwam en ik hem de sleutel in het slot hoorde steken.
Wat ik al die tijd dacht te verdienen, verdiende mijn net geboren zoontje niet.
Niets bleef over van wie ik vandaag ben.
Er kwam een einde aan het geweld toen ik eenmaal in het Oranje Huis was opgevangen. Ik ging aan mijzelf werken en heb mijzelf weer gevonden.