Ali werkt bij Blijf Groep als gastheer. Hij legde een lange weg af, want zo’n tien jaar geleden werd hij zelf als geweldslachtoffer opgevangen. Tot hij naar de politie ging, wist Ali niet dat er naast juridische berechting van geweldplegers ook opvang voor slachtoffers bestond. Laat staan dat hij besefte dat ook mannen welkom zijn in een Oranje Huis. Ali wil met dit verhaal meer openheid en bewustzijn creëren rond mannenmishandeling. Dit openhartige verhaal gaat ook over hoe kwetsbaar je je kan voelen als je opgroeit in een heteronormatieve samenleving en afwijkt van de norm.

Gesloten gemeenschap

Ali groeide op in een Turks gezin, in een christelijke provincie in Nederland. Hij werd als moslim opgevoed. Zijn ouders kozen voor een christelijke basisschool, omdat ze het belangrijk vonden dat hij uit verschillende werelden wat meekreeg. Bij het begin van zijn pubertijd besefte Ali dat hij zich aangetrokken voelde tot jongens. Dat was in zijn verder warme gezin een groot taboe. Ook in de christelijke omgeving was homoseksualiteit niet geaccepteerd. Het boerenleven in de christelijke gemeenschap was heel gesloten. Als er iets ‘geks’ gebeurde, was meteen het hele dorp op de hoogte. Op school was homoseksualiteit geen gespreksonderwerp. ‘Ik had niemand om mijn gevoelens mee te delen en er was geen zichtbare homo-community,’ concludeert Ali, terugblikkend op zijn jeugd.

Vlucht naar Amsterdam

Als Ali bij toeval op televisie of in een tijdschrift kussende mannen zag, vertelde zijn omgeving hem dat dit het werk van de duivel was. Ali vocht tegen zijn geaardheid, zette een masker op en deed zijn best om zich extra mannelijk te kleden en gedragen. Dit toneelspel maakte Ali steeds verwarder en eenzamer. Daarom besloot hij al vroeg dat hij in Amsterdam wilde studeren en koos hij voor een opleiding die niet bestond in de provincie waar hij opgroeide. Hij leerde tijdens zijn studie een Turks meisje kennen. Er ontstond een mooie vriendschap, waarin Ali open was over zijn geaardheid. Aan zijn familie vertelden ze dat ze een koppel waren. Maar na vier jaar kreeg het tweetal heftige ruzie. De jonge vrouw belde Ali’s familie op en vertelde hen dat hun zoon homo was. 

Verstoten door familie

Niet lang na het telefoontje uit Amsterdam werd Ali in zijn dorp door zijn broer en wat vrienden van zijn broer in elkaar geslagen. De bloedneus, het blauwe oog en de kneuzingen genazen snel. Maar de emotionele schade was enorm. Ali had er geen idee van dat er hulp bestond voor geweldslachtoffers zoals hij. Hij wist evenmin aan wie hij over zijn pijn kon vertellen. Zijn geaardheid had een bom onder de familiebanden gelegd: de veilige thuisbasis was is één klap weg. ‘Maar mijn behoefte daaraan was niet weg,’ legt Ali uit. Dat maakte de amper volwassen Ali kwetsbaar voor de verkeerde mensen: ‘Ik had plots geen familie meer. Ik miste warmte en familiebanden en was geneigd om me te hechten aan iedereen die een arm om me heen sloeg.’ 

Lokaas

In Amsterdam leerde Ali een knappe, sterke jongeman kennen die ook moslim én homo was. Opgetogen ging hij naar hun eerste date. Na een tijdje schoof een oudere man bij hen aan tafel, die als een goede vriend werd voorgesteld. Ali voelde enige teleurstelling, maar besefte nog niet dat de knappe jongeman als lokaas werd ingezet. De twee mannen betaalden de rekening. Er volgden meerdere afspraakjes waarbij Ali in restaurants als een VIP ontvangen werd. De mannen noemden zich een nieuwe familie voor Ali en drukten hem op het hart dat hij op hen kon rekenen. Gaandeweg kreeg hij ook steeds meer appjes van de oude man, waartoe hij zich helemaal niet aangetrokken voelde. Zijn gevoel van onbehagen groeide, maar het was moeilijk voor Ali om afstand te nemen. Toen er duidelijk werd aangestuurd op seks met de oudere man, was dat de druppel. Ali weigerde. De vriendschappelijke sfeer sloeg meteen om. ‘Plots was ik geen familie meer, maar een ondankbare hond. Was dit mijn opstelling, nadat ze me zoveel gegeven hadden?’

Doodsbedreiging

De ruzies met de twee mannen liepen uit de hand en ze begonnen hem verbaal te bedreigen. Ali voelde zich steeds onveiliger, maar wist niet wie hem kon helpen. Op een dag sprong Ali in blinde paniek uit de auto, waarin hij samen met de mannen zat. Hij besloot naar het politiekantoor te rennen. Op het bureau kwam hij te weten dat deze twee mannen naar alle waarschijnlijkheid deel uitmaakten van een loverboy-circuit en dat ze ‘wapengevaarlijk’ waren. De politieagenten vertelden Ali voor het eerst over de opvangmogelijkheden voor slachtoffers van geweld. Toen de mannen erachter kwamen dat Ali bij de politie was geweest, namen de bedreigingen ernstige vormen aan. Ze zetten hem onder druk om zijn verklaringen bij de politie te trekken. Ali kreeg een waarschuwing die hij met bibberende stem herhaalt: ‘Als ik het contact verbrak, zou ik op straat een kogel door mijn hoofd krijgen.’ Ali pakte razendsnel zijn koffers en zocht zijn toevlucht in een opvanghuis.’

Aan de slag met trauma

Ali werd in het Blijf-huis met open armen ontvangen. Het voelde alsof hij aan ontvoering was ontsnapt. Maar Ali bleef wantrouwig naar iedereen en vroeg zich constant af wie hij wel of niet kon vertrouwen. De angst om vermoord te worden liet hem niet los en bleek terecht. Na een tijdje werden de mannen ook rond het gebouw gespot. Het was niet langer veilig voor Ali om op die opvangplek te blijven, dus verhuisde hij naar een andere opvanglocatie. Op die andere plek voelde hij eindelijk de rust om aan de slag te gaan met zijn angsten en paniek. Met de goede psychologische begeleiding begon zijn herstel. Ali heeft nog scherpe herinneringen aan die tijd: ‘Ik weet nog alle namen van de mensen die me geholpen hebben.’

Mannenmishandeling

Ali had er lange tijd geen idee van dat er ook opvang voor slachtoffers mogelijk is, al helemaal niet voor mannelijke slachtoffers. Terugblikkend op zijn eigen proces van bewustwording, wil Ali er alles aan doen om het bewustzijn over het fenomeen mannenmishandeling te laten groeien. Want dit probleem is niet klein: ‘Per jaar worden in Nederland ongeveer tachtigduizend mannen ernstig mishandeld in huiselijke kring.’ Ali benadrukt hoe belangrijk het is om niet in clichés te denken: de plegers kunnen ook vrouwen zijn. Lang niet alle mannelijke slachtoffers zijn homoseksueel. En ook homoseksuele mannen kunnen, net als Ali, slachtoffer worden van eerwraak.

Veel schaamte

Ali heeft zelf ervaren hoeveel schaamte er bestaat om hulp te zoeken. Ook in zijn werk als gastheer valt hem op dat eergevoelens en het beeld van stoere mannelijkheid de mannen in de weg zitten. Daarnaast worden vrouwelijke slachtoffers doorgaans sneller geloofd. Maar voor Ali is het helder: iedereen kan de dupe worden van ernstige onveiligheid en geweld. ‘Geweld is meer dan fysiek geweld. Onderschat de ernstige gevolgen van jarenlang psychisch of economische geweld niet.’ Hij hoopt dat de kennis hierover in de samenleving groeit, zodat we samen alert kunnen zijn op huiselijke geweld en ook mannenmishandeling.

Herstel is mogelijk

Het blijft moeilijk voor Ali om een liefdesrelatie aan te gaan, zich aan iemand binden voelt heel eng. Ali heeft weer contact met zijn moeder en zus. Maar zij weigeren zijn homoseksualiteit te zien als een deel van zijn identiteit en blijven het een fase van voorbijgaande aard noemen. Op zijn werk is Ali nog steeds voorzichtig met vertellen over zijn geaardheid. Hij vindt het belangrijk om enige afstand tot de cliënten te bewaren. Met mondjesmaat deelt hij wel zijn eigen ervaringen met geweld. Vaak schrikken cliënten erg, ze verwachten niet dat er achter deze sterke man zo’n heftig verhaal schuilgaat. ‘Als ik mijn verhaal vertel aan cliënten, geef ik een heldere boodschap. Kijk waar ik nu sta, na alles wat ik heb meegemaakt! Ik sta nu aan de andere kant.’ De narigheid is zeker niet weg uit Ali’s leven, soms wordt hij nog geplaagd door angsten en paniek. Zijn veerkracht is groot en hij leerde in al die jaren hoe belangrijk het is dat hij zich even terugtrekt bij een overdaad aan prikkels. 

Ervaringsdeskundigheid

Ali ervaart ook dat hij zijn trauma’s voldoende verwerkt heeft om dit werk te kunnen doen. Hij volgt nu een opleiding tot ervaringsdeskundige en sluit als buddy soms al aan bij gesprekken met cliënten. Elke glimlacht motiveert hem om dit pad verder te verkennen. Ook in vergaderingen met collega’s deelt hij regelmatig zijn levensverhaal. Wat Ali betreft is de rol van gastheer nog maar het startpunt in zijn carrière als zorgverlener: ‘Het lijkt me heel fijn om in de toekomst als maatschappelijk werker aan de slag te gaan. Ik doe dit werk vanuit mijn hart. Daardoor voelt het niet als werk, maar als een missie, als een levenspad dat bij me past.’ 

Wil jij met je huiselijk geweld ervaring ook anderen helpen? Kom meer te weten over het werk als ervaringsvrijwilliger.